22 december 2020
In 2018 werden er 409.000 nieuwe E-bikes verkocht, een verdubbeling t.o.v. 5 jaar geleden en ruim honderdduizend meer dan een jaar eerder. De elektrische fiets was zelfs het meest verkochte model en stootte de traditionele stadfiets van de troon. Twee op de vijf nieuwe fietsen is een E-bike tegenwoordig. De verwachting is dat dit nog zal toenemen: het imago van de E-bike is veranderd. Zag men het enkele jaren geleden nog als een bejaardenfiets, tegenwoordig stappen steeds op meer personen jonger dan vijftig jaar over op de E-bike.
Ruim een kwart van alle Nederlanders fietst iedere dag. De fiets wordt met name gebruikt om naar werk of school te gaan. Voor onderwijs fietst men steeds vaker en verder, maar ook voor werk en vrijetijd pakken Nederlanders steeds vaker de fiets. Ruim een kwart van alle verplaatsingen en bijna een tiende van alle kilometers die Nederlanders maken is per fiets. En men verwacht een toename, met name in de zakelijke aanschaf en gebruik van de E-bike nu de fiscale regels voor het zakelijk gebruik van de fiets per 1 januari 2020 vereenvoudigd zijn. Volgens de BOVAG zal dit leiden tot een toename in aanschaf van een E-bike voor zakelijk gebruik tot circa 150.000 fietsen extra per jaar.
Per keer dat men op de fiets stapt, wordt met de E-bike gemiddeld 5 kilometer afgelegd en met een gewone fiets 3,5 kilometer. Twintig procent fietst verder dan 7,5 kilometer en acht procent verder dan 15 kilometer. De verwachting is dat met de stijgende aanschaf van E-bikes door verschillende leeftijdscategorieën het gemiddelde aantal kilometers zal toenemen. De E-bike kan een enorme stimulans zijn om medewerkers die binnen een straal van 7,5 kilometer van hun werk wonen en met de auto naar hun werk gaan op de fiets te krijgen. De E-bike verlaagt de drempel en stimuleert de maatschappelijke en economische baten van de fiets. De aanschaf van een E-bike zou één van de secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen zijn.
